Op je examen, maar ook in het verkeer zelf zijn voorrangsregels heel belangrijk. In deze blog vertellen we je alles over voorrangsregels, de instinkers op je examen en veel voorkomende fouten.
De hoofdregel ken je waarschijnlijk al wel.
Bestuurders van rechts krijgen voorrang op gelijkwaardige kruispunten. (Met rechts wordt bedoeld; bestuurders die van de rechter kant komen). Dit geldt bijvoorbeeld op een normale kruising. Als je beide tegelijkertijd op een kruising aankomt, heeft de bestuurder die vanuit jouw positie uit de rechter straat komt altijd voorrang. Maar, in bepaalde gevallen geldt deze regel niet. Op dat moment zijn de verkeerslichten, verkeerstekens of voorrangsborden leidend.
Als er bijvoorbeeld haaientanden op jouw wegdeel staan, dan moet je altijd voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg.
Voor voetgangers tellen de voorrangsregels in dit geval niet, want dat zijn geen bestuurders. Fietsers daarentegen weer wel, dus die moet je ook voorrang geven van links en rechts
Voetgangers op een zebrapad hebben wel altijd voorrang.
Als je op een onverharde weg rijdt, moet je ook aan alle bestuurders van een verharde weg voorrang geven.
Maar, voorrang van rechts is lang niet de enige voorrangsregel. Er zijn ook voorrangsregels voor de Uitrit, Rotonde, en de Doorgaande weg. Deze regels worden hieronder verder toegelicht.
Uitrit
Als je een uitrit verlaat, denk bijvoorbeeld aan een woonerf of een parkeerplaats, moet je al het andere verkeer voorrang geven. Onthoudt goed het verschil tussen verkeer (iedereen die aan het verkeer deelneemt, dus ook voetgangers) en bestuurders (iedereen die in het verkeer rijdt; dus ook fietsers, maar geen voetgangers). Een uitrit is niet altijd even makkelijk te herkennen, maar meestal loopt daarbij het voetpad door en niet de weg waar je op rijdt, en vaak is de stoep daar dan ook wat hoger dan de straat.
Rotonde
Voor rotondes hebben we geen makkelijk te onthouden voorrangsregels. Je zult dus altijd moeten kijken naar de verkeersborden of andere signalen zoals haaientanden. Als die niet aanwezig zijn dan geldt weer dat rechts voorrang heeft. Bij een rotonde waar geen andere regels staan aangegeven heeft de bestuurder die de rotonde opkomt altijd voorrang op degene die al op de rotonde rijdt. Maar let op, als je de rotonde weer af wilt rijden, heeft alle verkeer, dus inclusief fietsers en voetgangers, die al op de rotonde rijden voorrang. Dan geldt namelijk de regel van de doorgaande weg, wat we hieronder verder zullen bespreken. Er zijn verschillende soorten rotondes en deze maken het er niet makkelijker op. Let altijd goed op de borden, die hebben altijd gelijk!
Doorgaande weg
Mensen die bijzondere verrichtingen doen, moeten voorrang geven aan weggebruikers die gewoon aan het verkeer deelnemen zonder bijzondere verrichtingen. Bijzondere verrichtingen zijn bijvoorbeeld; afslaan, stilstaan, in of uit parkeren, achteruit rijden, keren of invoegen. Blijf jij rechtdoor rijden en een ander wil afslaan op dezelfde weg of vanuit dezelfde richting, dan moet jij altijd voorrang krijgen. Denk er om dat dit andersom ook geldt; als een fietser op dezelfde weg als jij rijdt, en jij wil afslaan, dan krijgt de rechtdoor gaande fietser voorrang.
Bij een afbuigende weg geldt eigenlijk precies hetzelfde, alleen is de situatie wat moeilijker te zien. Meestal staan er dan wel voorrangsborden die aangeven wie voorrang krijgt. Het is altijd verstandig om toch je richtingaanwijzer te gebruiken als je met een bocht meerijdt op een afbuigende weg.
In- en uitvoegen zijn beiden bijzondere verrichtingen. In het geval dat je bijvoorbeeld op een snelweg rijdt en jij wil uitvoegen en iemand anders tegelijkertijd invoegen, dan spreken we van ‘weven’. Hier zijn geen duidelijke verkeersregels voor en daarom wordt het een beleefdheidskwestie.
De voorrangsregels zijn in de wet opgenomen verkeersregels. Niet alleen voor bestuurders van een auto, maar ook voor fietsers, voetgangers en ander verkeer. Die laatste twee maken het af en toe wel lastig, omdat ze niet in een auto rijden. Denk er altijd aan dat fietsers en voetgangers kwetsbare verkeersdeelnemers zijn, en in geval van een aanrijding of ongeval, ben je als bestuurder van een auto (bijna) altijd aansprakelijk. Weet je niet zeker wie er voorrang heeft, geef dan voorrang in plaats van dat je het zelf neemt.
Instinker
Er zijn op ieder examen bepaalde instinkers die je echt goed in je hoofd moet krijgen om er niet in te trappen. Zodra je de situatie snapt, zal je het goed beantwoorden op je examen. Wij leggen de meest voorkomende instinker luid en duidelijk uit in een video zodat je een goed beeld hebt van de situatie.
Deze instinker wordt door bijna 95% de eerste keer fout beantwoord. Bekijk hier de video waarin we uitleg geven. Eén tip: let op ALLE verkeerstekens in beeld. (;
Voorrangsfouten
Naast instinkers weten wij inmiddels ook dat er altijd veel voorkomende voorrangsfouten worden gemaakt. Ook die leren wij je alvast zodat jij die fout hopelijk niet gaat maken. Ten eerste, in Nederland verleen je altijd voorrang aan bestuurders van rechts op een GELIJKWAARDIGE weg. Dit betekent, bestuurders die uit de straat rechts van jou komen en dus NIET iemand die bijvoorbeeld rechts van jou voorgesorteerd staat. Een tweede fout is dat de meeste mensen denken dat rechtdoorgaand verkeer voor afslaand verkeer gaat. Dit is niet waar. Wat wel waar is: rechtdoorgaand verkeer, op dezelfde weg en vanuit dezelfde richting, gaat voor op afslaand verkeer. Wil je de hele uitleg weten? Bekijk dan deze video.
Slagen voor het auto theorie examen?
De makkelijkste manier om in 1 keer te slagen voor het auto theorie examen doe je via de online videocursus van Theorie Toppers. Via de videocursus slagen er maandelijks duizenden toppers met gemak voor het CBR examen. Wil jij ook slagen? Begin dan vandaag nog met een van de online pakketten. Bestel je pakket hier.