Beluister dit artikel in audio 🔈
Als je met je boot het water op gaat, zijn er natuurlijk allerlei vaarregels waar je je aan moet houden, anders wordt het een chaos. Je leert al deze regels tijdens onze cursus, maar sommige regels zijn belangrijker dan andere. In deze blog bespreken we de 10 belangrijkste vaarregels die je moet kennen voor het halen van je vaarbewijs.
Grote schepen krijgen voorrang
Beroepsvaart heeft voorrang op pleziervaart, en schepen die langer zijn dan 20 meter krijgen ook voorrang van kleinere schepen. Grote schepen kunnen minder makkelijk manoeuvreren en hebben meer tijd nodig om stil te komen te liggen. Geef deze schepen altijd voorrang, blijf bij ze uit de buurt en vermijd vooral hun dode hoek. De regel hiervoor is: zie jij de schipper, dan ziet deze jou ook.
Stuurboord varen
Net zoals je in de auto rechts rijdt, houd je op het water stuurboord (rechts) aan. Dit is echt een basisregel voor een veilige vaart. Wil je meer weten over stuurboord en bakboord? Lees dan ons blog over dit onderwerp.
Bootverlichting
Zet je navigatieverlichting aan bij slecht zicht, en tussen zonsondergang en zonsopgang. Slecht zicht betekent dat je minder dan 1000 meter vooruit kunt kijken. Net als op de weg maak je jezelf beter zichtbaar voor anderen met verlichting. Is je boot langer dan 7 meter, dan moet je ook boordlichten (rood en groen) en een heklicht (wit) hebben. Motorschepen hebben daarnaast een toplicht (wit). In onze online videocursus vaarbewijs 1 leer je alles over bootverlichting.
Let op je snelheid
Voor vaartuigen die harder dan 20 km/u kunnen varen of langer zijn dan 15 meter, is vaarbewijs 1 verplicht. Dit betekent niet dat je overal zo hard mag varen. Op sommige vaarwegen is de maximumsnelheid 9 of 12 km/u. Let daarom goed op de snelheidsborden.
Stuurboordwal gaat voor
Op natuurlijke vaarwegen zoals rivieren en kanalen, of op gemarkeerde vaarwegen zoals een vaargeul, gaat het schip dat stuurboordwal aanhoudt voor.
Voorrang van zeilschepen
Zeilschepen hebben voorrang op gemotoriseerde vaartuigen en door spierkracht aangedreven vaartuigen (zoals roeiboten en kano's). Bij zeilschepen onderling heeft het schip met het bakboordzeil voorrang op het schip met het stuurboordzeil.
En loef wijkt voor lij. Als beide schepen het zeil over dezelfde boeg hebben, krijgt het schip aan loefzijde voorrang. Nog een beetje ingewikkeld? Snappen we, maar geen zorgen. Quincy vertelt je hier verder alles over in onze online videocursus.
Goed navigeren
Weten waar je naartoe gaat en hoe je moet varen is belangrijk. Er zijn veel apps en waterkaarten om ervoor te zorgen dat je op de juiste wateren blijft varen.
Een Bob, ook op het water
Drinken en varen gaat niet samen. Net als op de weg. Het alcoholpromillage mag maximaal 0,5 promille zijn. Bij meer dan 1,8 promille of herhaling kan je vaarbewijs worden ingenomen.
Goed zeemanschap
Goed zeemanschap betekent altijd proberen een aanvaring te voorkomen, zelfs als je voorrang hebt. Het betekent eigenlijk dat je het veilig houdt en je je normaal gedraagt.
Ligplaatsen en wachtplaatsen
Let goed op borden bij het zoeken naar een ligplaats. De borden geven aan waar je mag aanleggen. Bij wachtplaatsen voor bruggen moet je alleen wachten op de eerstvolgende brugopening.
Smaakt dit naar meer? Ga met Theorie Toppers in zee en haal jouw theorie-examen voor het klein vaarbewijs binnen no-time!