Beluister dit artikel in audio 🔈
Ze zijn niet te vermijden als je het land doorkruist, je weet hoe je je erop moet gedragen en je kent natuurlijk de maximumsnelheid die je erop mag rijden... maar wat is nou eigenlijk het verschil tussen een autosnelweg en een autoweg? Wat mag je wel en niet doen en wat kun je verwachten? In deze blog geven we je antwoord op al deze vragen voor jouw theorie-examen, zodat je goed voorbereid de autoweg en de autosnelweg op kunt. Aan de slag!
Wat is een autoweg?
Een autoweg is een weg waar je 100 km/u mag rijden. Het is nog net geen autosnelweg (snelweg, voor de gewone mens), maar je mag er een stuk harder dan op bijvoorbeeld de provinciale weg, of binnen of buiten de bebouwde kom.
Wat zijn de kenmerken van een autoweg?
Een autoweg is makkelijk te herkennen:
Dubbele asmarkering (strepen tussen de twee rijstroken). De vulling tussen de asmarkering is groen. Een doorgetrokken streep in het midden betekent dat je niet mag inhalen. Een onderbroken streep betekent dat inhalen wél mag.
De zijkanten van de weg hebben een doorgetrokken streep.
Je kunt tegenliggers, kruispunten of gelijkvloerse rotondes tegenkomen.
Er zijn korte invoegstroken en er is meestal geen vluchtstrook.
Verkeersborden autoweg:
Minimumsnelheid op een autoweg
Op een autoweg moet je minimaal 50 km/uur rijden. Dit betekent dus dat je er niet met een bromfiets op mag.
Maximumsnelheid op een autoweg
De maximale snelheid op een autoweg is 100 km/uur. Let op: het kan zijn dat je op sommige stukken maar 70 km/u of 80 km/u mag. Dit wordt dan aangegeven met een bord.
Een ezelsbruggetje om de maximale snelheid te onthouden: Kijk naar het blauwe bord dat aangeeft dat je een autoweg opgaat. De twee koplampen van de auto lijken op de twee nullen van 100.
Wat mag je wel op een autoweg?
Simpel, gewoon netjes rijden en je aan de regels houden. De belangrijkste:
Doorgetrokken streep? Niet inhalen.
Onderbroken streep? Je mag inhalen.
Wat mag je niet op een autoweg?
Op een autoweg mag je niet:
Keren.
Achteruitrijden.
Stilstaan of erop lopen.
Wat is een autosnelweg?
Nu we weten wat een autoweg is, is het tijd om te kijken naar wat een autosnelweg is. Autosnelweg is de officiële benaming, maar in het dagelijks leven noemen we het gelukkig gewoon snelweg. Snelwegen zijn perfect om snel van A naar B te gaan. Ze verbinden dorpen en steden en worden elke dag druk bereden.
Wat zijn de kenmerken van een autosnelweg?
Een autosnelweg herken je zo:
Minimaal twee rijstroken.
Tegenliggers worden gescheiden door een middenberm.
Onderbroken of ononderbroken asmarkering.
De zijkanten van de weg hebben een doorgetrokken streep.
En verder:
Dankzij de middenberm kun je geen tegenliggers tegenkomen.
Er zijn geen kruispunten of rotondes.
Er zijn langere invoegstroken en vluchtstroken.
Aan de kant van de weg zie je hectometerpaaltjes met de letter A en de aangegeven maximumsnelheid (handig!).
Verkeersborden autosnelweg:
Makkelijk onthouden? Met een beetje fantasie zie je een A in het bord – van autosnelweg.
Minimumsnelheid op een autosnelweg:
Op een autosnelweg moet je minimaal 60 km/u kunnen rijden. Je mag hier dus niet rijden met je scooter of bromfiets.
Maximumsnelheid op een autosnelweg:
Op een snelweg mag je maximaal 130 km/u, maar vaak alleen in de avond en nacht. Overdag (tussen 6 en 19 uur) gelden andere maximumsnelheden, bijvoorbeeld 100 km/u. Dit wordt dan aangegeven met een bord boven de weg. Goed opletten dus.
Wat mag je wel op een autosnelweg?
Net als bij een autoweg, moet je op een autosnelweg gewoon normaal rijden. Wat mag en moet je?
Je rijdt zoveel mogelijk rechts.
Om in te halen mag je de linkerrijstrook gebruiken. Na het inhalen keer je weer terug naar de rechterrijstrook.
Bij het rijden houd je altijd voldoende afstand, en als je een invoeg- of uitvoegstrook gebruikt, zet je je richtingaanwijzer aan.
Wat mag je niet op een autosnelweg?
Op een autosnelweg mag je niet:
Keren, achteruitrijden, stilstaan of erop lopen.
Op een vluchtstrook, vluchthaven of berm rijden, stoppen of lopen, behalve in nood.
Voertuigen langer dan 7 meter moeten rechts blijven rijden.
Soms is er een inhaalverbod.
Welke rijstrook kies je bij een autosnelweg?
Normaal rijd je gewoon zo veel mogelijk rechts. Wil je een voertuig inhalen, dan mag je even van baan wisselen. Verder kun je andere rijstroken tegenkomen:
Spitsstrook: een extra rijstrook die bij drukte wordt geopend. Borden en signalering geven aan wanneer je deze strook mag gebruiken.
Splitsing autosnelwegen: een splitsing is iets anders dan een afslag. Een splitsing maakt van één snelweg, twee snelwegen. Beide nieuwe snelwegen gaan een andere kant op, dus ken je route en zorg ervoor dat je op tijd voorsorteert om stress te voorkomen.
Invoegstrook: bij het oprijden van een invoegstrook is het belangrijk dat je vaart maakt. Zorg ervoor dat je soepel invoegt zodat je het andere verkeer niet belemmert.
Uitrijstrook: gebruik de uitrijstrook om je snelheid geleidelijk aan te passen en veilig af te slaan.
Lees hier meer over invoegen en uitvoegen op de autosnelweg.
Dus, wat is het verschil tussen een autoweg en autosnelweg?
Het belangrijkste verschil tussen een autoweg en een autosnelweg ligt in de toegestane snelheid, het feit dat je wel of geen tegenliggers kunt tegenkomen, dat er rotondes of kruisingen zijn en dat je wel of niet mag inhalen.
Wat is verboden op de autosnelweg en autoweg?
Op zowel de autosnelweg als autoweg mag je nooit keren, achteruitrijden, stilstaan of lopen.
Video: wegen die je moet kennen!
Meer weten voor jouw theorie-examen?
Wil je meer leren over de autotheorie en je examen vol zekerheid halen? Wij helpen je slagen. Onze online videocursus is interactief, supercompleet, altijd gezellig, en duizenden andere toppers gingen je voor. Bekijk hier onze autotheorie-cursussen of check eerst onze socials voor een goede indruk: TikTok, Instagram of YouTube.