Het is donker en je moet de weg op. Lekker rustig, zou je zeggen, toch? Maar ‘s nachts rijden vereist zo’n beetje superhero-skills, want we zijn nu eenmaal geen nachtdieren. Wat moet je weten als je in het donker rijdt? Je leest het in dit blog.
In dit blog:
‘s Nachts is het lekker rustig op de weg. Vaak heb je het rijk voor je alleen. Maar duisternis, vermoeidheid en andere gevaren liggen op de loer. Er wordt zelfs geschat dat er bij 15% van de ernstige verkeersongevallen sprake is vermoeidheid bij de bestuurder. Hier let je op bij het rijden in het donker.
‘s Nachts rijden: Wees alert op vermoeidheid
Een open deur misschien, maar zorg dat je uitgerust achter het stuur gaat zitten. Niet alleen is de kans groter dat je überhaupt moe bent – je hebt er al een hele dag opzitten – maar in het donker rijden kost ook meer energie dan overdag.
Als je moe rijdt heb je een grotere kans op een ongeluk. Door de vermoeidheid:
neemt je rijvaardigheid af;
kun je minder goed koers houden;
zijn je stuurbewegingen minder vloeiend;
reageer je minder snel op (remmende) voorliggers of een overstekende voetganger.
Vermoeidheid kan komen door slaaptekort, een slechte lichamelijke conditie en te lang achter elkaar rijden. Wees er alert op en denk niet dat je moeheid kunt verslaan.
De lichten die ‘s nachts voert
‘s Nachts zijn er 2 soorten lichten die je kunt voeren: dimlicht en grootlicht.
Dimlicht is de standaardverlichting voor als het donker is. Aan de ene kant ben je met dimlicht goed zichtbaar, aan de andere kant zie je zelf ook beter. Altijd aanzetten dus.
Als je je dimlicht hebt aanstaan, branden je koplampen, achterlichten en de kentekenplaatverlichting. De naam ‘dimlicht’ houdt in dat je andere weggebruikers niet verblindt, omdat het licht gedimd is.
Dimlicht
Grootlicht is het grootste licht van je auto. Groot licht verblindt andere weggebruikers, dus deze voer je alleen als er geen ander verkeer in de buurt is. Met groot licht zie je het wegdek beter.
Grootlicht
Wil je echt alles weten over het gebruik van lichten, en alle andere dingen die je moet weten om te slagen voor je auto theorie?
Volg dan onze online autotheorie-cursus. In 8 duidelijke hoofdstukken leggen we je alles uit wat je moet weten om te slagen voor je theorie. Ook krijg je een hele hoop oefenvragen om zeker te zijn dat je goed voorbereid je theorie ingaat.
Andere weggebruikers in de nacht
Alcohol en rijden is een van de onverstandigste dingen die je kunt doen, dat weet iedereen (als je het niet weet, lees dan ons blog: Alcohol in het verkeer, wat moet je weten voor je theorie examen?). Maar jíj kunt wel de Bob zijn, maar je weet natuurlijk niet of je medeweggebruikers zo verstandig zijn.
Uit onderzoek blijkt dat er ‘s nachts meer beschonken bestuurders op de weg zijn dan overdag. Wees daarom extra alert op andere weggebruikers. Vertonen ze vreemd gedrag? Houd dan extra afstand of ga ze voorbij.
Ken je eigen limieten – you’re not a superhuman
Wij zijn dagdieren en zien dan ook niet goed in de nacht. Gelukkig zijn de Nederlandse wegen meestal goed verlicht, maar alles wat buiten de lichtstralen valt is zo’n beetje onzichtbaar voor het menselijk oog.
Dit betekent dat je andere belangrijke, handige (referentie)punten niet kunt zien. Dit maakt het lastiger om afstanden goed in te schatten, en je kunt ook niet goed inschatten hoe snel andere auto’s zich bewegen (ten opzichte van jou).
Rijden in de schemering is trouwens nog zwaarder voor je ogen. Omdat het licht continu verandert, moeten je ogen zich telkens aanpassen. Op den duur is dit dus vermoeiender dan hetzelfde stuk rijden in complete duisternis.
Zie je extreem slecht in het donker? Dan ben je misschien nachtblind, een aandoening die ervoor zorgt dat je niets ziet in het donker. Om jezelf en andere weggebruikers te beschermen, laat je je auto staan, zelfs als er voldoende straatverlichting is.
Geen grap: Let op overstekende dieren
Een waarschuwingsbord voor overstekend wild. Je hebt er vast wel eens een gezien. Het lijkt misschien onwaarschijnlijk, maar jaarlijks gebeuren er veel ongelukken met herten, reeën en ander wild die de weg oversteken.
Overdag zijn wilde dieren schuwer, onder andere vanwege het vele verkeer. Zie je een dier aan de rand van de weg stilstaan, dan is het nog steeds belangrijk om alert te zijn. De reactie van dieren is onvoorspelbaar. En veel wilde dieren in Nederland leven in kuddes. De kans is dus groot dat er niet één dier in de buurt is, maar meerdere.
Rij je in een bosrijk gebied of buiten de bebouwde kom, wees dan extra alert. Een dier dat boven je motorkap uitkomt, kan zelfs bij een gematigde snelheid voor een flink ongeluk zorgen.
4 extra tips om veilig te rijden in de nacht:
1. Houd je hoofd koel – letterlijk: Zorg ervoor dat je auto niet te warm wordt. Warmte maakt je slaperig, wat er voor zorgt dat je je niet goed kunt concentreren. Ook al is het buiten koud, dan nog is het verstandig om voor voldoende frisse lucht te zorgen.
2. Houd je aan de regels, ook al ben je de enige weggebruiker: Het is ook weer een open deur, maar als je alleen op de snelweg rijdt, voelt het soms alsof je het rijk alleen hebt. Maar hoe rustig het ook is, houd je altijd aan de regels. Niet alleen omdat je niet weet wanneer je een andere weggebruiker tegenkomt, maar ook omdat de regels zijn gemaakt op je eigen limieten en die van je auto.
3. Kijk niet in het licht van de tegenligger: Licht trekt de aandacht, maar als je in fel licht kijkt, kun je tijdelijk verblind worden. Focus je daarom alleen op je eigen weghelft als er een tegenligger aankomt.
4. Houd je ramen schoon: Met vieze ruiten zie je nóg minder in het donker. Het is dus belangrijk dat je ramen schoon zijn als je in de nacht rijdt. Wist je dat de boete voor vieze ruiten ook niet niks is? Je telt gerust 240 tot 380 euro neer.
Wil je zeker weten dat je goed de nacht én je autotheorie-examen doorkomt? Volg dan onze online autotheorie-cursus. In 8 duidelijke hoofdstukken leggen we je alles uit wat je moet weten om te slagen voor je theorie. Ook krijg je een hele hoop oefenvragen om zeker te zijn dat je goed voorbereid je theorie ingaat.
